Financiële toelichting

Verkeer en vervoer (1.2); voordelig saldo €120 duizend voor reservemutatie
Het voordelige saldo bestaat uit hogere lasten (= nadelig) en hogere baten (= voordelig).
Oorzaken van hogere lasten zijn:

• In 2022 is de eindafrekening ontvangen van de lasten gladheidsbestrijding 2021. In januari en februari 2021 waren er meer strooirondes nodig waardoor de werkelijke lasten hoger zijn.   
• Er heeft een inhaalslag plaatsgevonden bij het aanbrengen van markeringen.
• De energielasten bij openbare verlichting en verkeersregelinstallaties zijn hoger als gevolg van de gestegen prijzen. Er is een inschatting gemaakt van de verwachte lasten omdat nog niet alle facturen zijn ontvangen van de leverancier. Pas in het vierde kwartaal zijn de eerste facturen van 2022 ontvangen. De leverancier bleek niet in staat te zijn om goede facturen o.b.v. prijsstijgingen op te stellen en deze aan afnemers (gemeente) te sturen.
• Het budget voor projectmatig onderhoud en Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan (GVVP) is niet volledig benut. Waar mogelijk worden maatregelen meegenomen in reconstructieprojecten waarvoor kredieten beschikbaar zijn. Het exploitatie budget hoeft dan niet aangewend te worden. Omdat projectmatig onderhoud vaak jaaroverstijgende projecten betreft, worden positieve of negatieve resultaten van projecten groot onderhoud en GVVP verevend met de bestemmingsreserve wegen. Dit doen we op basis van het vastgestelde beleid (raadsbesluiten 2021/51845 en INT-14-14021). In 2022 is daarom het voordelige saldo van €370 duizend gestort in deze reserve.  

Oorzaken van de hogere baten zijn ontvangsten die niet waren begroot:

• subsidies voor zwerfafval, verkeerseducatie en veilige schoolomgeving.
• bijdragen van verhaalbare schades aan bijvoorbeeld wegdek of lantaarnpalen.
• bijdragen van nutsbedrijven die "meeleggen" bij het verleggen van kabels en leidingen.

Parkeren (2.2) ; nadelig saldo €25 duizend
Het nadelige saldo wordt voornamelijk veroorzaakt omdat de baten lager zijn dan begroot. Er is nog geen overeenkomst voor de compensatie van gederfde parkeerinkomsten van de straten die in het weekend in gebruik zijn door de bazaar. Deze begrote inkomsten zijn daarom niet gerealiseerd. De verwachting is dat er in 2023 een uitspraak komt.
De lasten zijn ook iets lager dan begroot. Er is een eindafrekening ontvangen over 2021 voor het beheer van de fietsenstalling en deze lasten waren lager dan de voorschotnota’s die in 2021 in rekening gebracht waren.

Toelichting parkeerreserve

• De parkeerreserve wordt gevoed met de opbrengsten uit parkeren en wordt ingezet als dekking van de kosten met betrekking op parkeren van beleid, investeringen, aanleg en onderhoud.
• De baten en lasten met betrekking tot parkeren worden in de begroting op drie taakvelden verantwoord:
  •  Parkeerbelasting (0.63); opbrengsten straatparkeren en naheffingen;
  • Openbare orde en veiligheid (1.2); lasten parkeerhandhaving;
  • Parkeren (2.2); beleid, aanleg en onderhoud parkeerplaatsen, parkeerautomaten, parkeervergunningen, beheer fietsenstalling Stationsplein.
• De baten en lasten van parkeren worden verevend met de parkeerreserve behalve de kapitaallasten van de ondergrondse fietsenstalling. Bij de drie taakvelden is toegelicht wat het resultaat is en de reservemutatie. In onderstaand overzicht is weergegeven wat het effect op de parkeerreserve is. Per saldo was er een storting in de reserve begroot van €113 duizend. In werkelijkheid was er sprake van een onttrekking aan de reserve van €148 duizend. De stand van de reserve eind 2022 bedraagt €3,8 miljoen.

Economische havens en waterwegen (2.4); nadelig saldo €83 duizend

• De lasten zijn hoger dan begroot. Dit betreft personele lasten in de vorm van toelagen en de inzet van een vervangende havenmeester.
• De baten zijn €21 duizend lager dan begroot. In de eerste weken van 2022 hadden we in Nederland te maken met een harde lockdown als gevolg van het coronavirus. Dit zorgde voor veel beperkingen. Enkele weken later vond de Russische inval plaats in de Oekraïne. Dit gegeven had – naast het menselijk leed – ook grote economische consequenties met bijvoorbeeld sterk stijgende energie- en grondstofprijzen, leveringsonzekerheden, oplopende inflatie, etc. Een exacte duiding van de impact van de beide ontwikkelingen op ladingstromen en de op- en overslag in de zee- en binnenvaart in onze haven is moeilijk te geven. Het is echter aannemelijk dat de beperkingen en terughoudendheid van ondernemers zich snel vertalen in de jaarcijfers van een kleine zeehaven zoals in Beverwijk. Naast het voorgenoemde heeft ook het in 2022 niet kunnen gebruiken van een deel van de Noorderkade geresulteerd in een terugval in de totale opbrengsten van zeehaven- en binnenhavengelden.